De overgang van brandstofauto’s naar elektrische auto’s wordt voor een belangrijk deel nog bemoeilijkt door het hogere prijskaartje dat aan elektrische auto’s hangt. Renault-topman Luca de Meo ziet dat ook als grootste struikelblok. Het prijskaartje dicteert volgens hem het tempo: “De klant bepaalt of ze alleen elektrisch willen (rijden, red.). Ik zie de prijsgelijkheid nog niet komen”, tekent Automotive News Europe op. Vooral dat laatste is weinig hoopvol als het aankomt op een snelle transitie. De Meo verwacht dat elektrische auto’s voor de voorzienbare toekomst duurder zullen zijn dan hun brandstoftegenhangers.
Het grootste pijnpunt zit volgens de Italiaan in de grondstofprijzen. Die helpen niet bepaald mee om goedkopere accu’s te kunnen produceren. “Ik kan wel met een betere accusamenstelling komen en betere elektronica, maar als de prijs van kobalt in zes maanden verdubbelt, wordt dat (voordeel, red.) alweer tenietgedaan.” De Meo denkt dat de oplossing eerder gevonden moet worden in een betere laadinfrastructuur, waardoor de noodzaak om grote accu’s in EV’s te hangen voor een belangrijk deel verdwijnt. Dan kunnen de auto’s goedkoper worden en eerder in de buurt van de prijs van brandstofauto’s komen. Daarbij ziet hij – buiten de prijs om – nog een nadeel van grotere accu’s: “Vanuit een milieustandpunt slaan auto’s met een accu met 150 kWh of 200 kWh capaciteit helemaal nergens op.”
De grootste winst is wellicht te behalen met een betere laadsnelheid, bovenop een betere infrastructuur, zoals De Meo aanhaalt. Als een elektrische auto een kleine accu heeft, kan deze alsnog bruikbaar zijn op langere afstanden als-ie bijna overal bijgeladen kan worden én dat dan ook snel gepiept is. Als je om de haverklap moet laden en vervolgens veel tijd kwijt bent, ben je er immers nog niet.
Bron: AutoWeek