Renault Symbioz: Captur strekt zich uit

Renault Symbioz: Captur strekt zich uit

Wat opvalt in de eerste alinea van het persbericht is dat Renault heel specifiek de 16 uit 1965 noemt, wat destijds een revolutie was. Vijfde deur, opklapbare bank, veel ruimte en feitelijk ook al een cross-over. Als we eind april op het afgesproken tijdstip de studio in de buurt van het Stade de France in Parijs binnenlopen, is de eerste auto die we zien een lichtgroene 16 TX. Prachtig! De Symbioz staat nog onder een hoes op zijn onthulling te wachten. Die zwarte pyjama verraadt de contouren van een stationwagon, zoals de eerste teaserbeelden dat ook al deden. Na een korte introductie door een woordvoerder van het merk gaat het doek eraf. Wat we zien is een SUV-achtige, getooid met het actuele gezicht van Renault, zoals we dat kennen van de vernieuwde Captur en Clio.
Tussen Captur en Austral, soort Estate
Waar moeten we de Symbioz precies plaatsen? Met zijn lengte van 4,41 meter zit hij tussen de Captur (4,23 m) en Austral (4,41 m) in en dat zal prijstechnisch ook wel zo gaan uitpakken. En dan is er nog de Scénic, maar die zit als volledig elektrisch model in ander vaarwater. De breedte van 1,80 meter en hoogte van 1,58 meter van de Symbioz komen overeen met die van de Captur. En ook al zegt Renault het niet met zo veel woorden, toch is de Symbioz een soort van Estate, inzetbaar voor werk en gezin, met een achterbank die over een lengte van zestien centimeter verschuifbaar is. Daarmee vergroot je de laadruimte van 492 naar 624 liter. Dat hij niet het traditionele uiterlijk van een estate heeft, komt vooral door het ontbreken van een grote, derde zijruit. We zien een klein raampje in de C-stijl, die op zijn beurt enorm breed is het en zicht naar achteren ernstig belemmert.
Renault Symbioz
Herkenbaar interieur
Stap je achter het stuur van de Symbioz en deed je dat eerder al eens in een Arkana, Captur of Clio, dan is het een feest der herkenning: een groot staand scherm in het midden en een digitaal instrumentarium onder een conventioneel afdakje achter het stuur. Alles oogt en voelt goed, het infotainmentsysteem werkt met Google en laat zich simpel bedienen. We gaan naar de achterbank. De instap is ruim, de zit is goed. Een middenarmsteun ontbreekt en de hoofd- en beenruimte zijn zoals je die in het C-segment mag verwachten. Kijken we naar boven, dan zien we het melkwitte panoramadak (optioneel) zoals we dat al uit de Scénic kennen. Het gaat als Solarbay door het leven en met een tuimelschakelaar kun je de lichtinval deels of geheel dimmen.
Niet elektrisch, wel hybride, geen stekker
Bij een nieuwe auto met zo’n exotische naam denk je misschien al snel aan een EV, maar dat is de Symbioz niet. In de machinekamer ligt dezelfde aandrijflijn als in de Clio, Captur en Arkana hybride. Die is 145 pk sterk, heeft aan de brandstofmotor een viertraps automaat bevestigd en aan de elektromotor een transmissie met twee verzetten. Volgens Renault levert dat veertien mogelijke combinaties op. De viercilinder wordt ook nog ondersteund door een starter-generator, zoals een milde hybride die ook heeft. We hebben deze hybride inmiddels leren kennen als een zuinige en soepele eenheid en dat zal in de Symbioz niet anders zijn. Het is meteen ook de enige motorversie die leverbaar is. Dat houdt het lekker overzichtelijk.
Na de zomer op de markt
Wat uitvoeringen betreft, loopt de Symbioz ook weer aardig in de pas met de Captur en de Austral: Evolution, Techno, Esprit Alpine en Iconic. Op basis daarvan kunnen we een beetje anticiperen op de prijs. Een Captur E-Tech full hybrid evolution kost €33.290, de Austral is er als mild hybrid evolution vanaf €39.190. Laten we er eens voorzichtig van uitgaan dat de verlenging een kleine €2.500 gaat kosten, dan zou de Symbioz straks met een prijs vanaf circa €35.790 in de showroom kunnen staan. In het najaar weten we het.



Bron: AutoWeek