Renault Clio Cabrioni – Uit de Oude Doos

Renault Clio Cabrioni - Uit de Oude Doos

1993 was het jaar waarin Fiat met de Punto Cabriolet verscheen. Dat was met recht iets bijzonders. Wie op zoek was naar een B-segmenter die ook volledig open te rijden was, had immers niet veel keus. De Peugeot 205 Cabriolet was naast de grotere en duurdere Volkswagen Golf Cabriolet op dat moment het meest voor de hand liggende alternatief, al was de 205 al wel wat op leeftijd. De veel jongere Renault Clio was er niet als cabriolet en daar liet Renault volgens het in Huissen gevestigde Cabrioni een gat in de markt liggen. Daarom besloot het bedrijf er zelf maar een cabriolet van te maken.
Cabrioni zette kort gezegd de zaag in het dak van de driedeurs Renault Clio achter de B-stijlen en haalde alles boven de onderste raamlijn weg. Ook het voorste deel van het dak, net achter de voorruit, ruimde het veld. Om de boel structureel sterk te houden, plaatste Cabrioni een stevig buizenframe dat de B-stijlen met elkaar en met de achterkant van de auto linkten. Daaroverheen kon je met de hand van achteren naar voren een stoffen kapje trekken, dat uiteraard ook voorzien was van ‘ramen’. “Eigenlijk doet de constructie nog het meest denken aan die van een open terreinauto,” zo vonden we.
Renault Clio Cabrioni.
Voors en tegens
We waren niet onverdeeld enthousiast over hoe het eruitzag met het dak omhoog. “Je rijdt het liefst open met deze auto, want in gesloten toestand verdient hij niet bepaald de schoonheidsprijs.” Gelukkig was het niet echt een ingewikkelde zaak om het dakje naar beneden te brengen: “Na een paar keer proberen heb je het afbreken van de kap wel onder de knie. De kap vóór losmaken van de beugel, de zijstukken losritsen en op het dak leggen, het voorste deel eroverheen vouwen, met een lichte druk op de achterruit het hele zaakje op de hoedenplank klappen en de afdekhoes aanbrengen. De hele operatie neemt – in je eentje – een paar minuten in beslag.”
Hoe dat nou reed, zo’n vertimmerde Clio? Nou, we vonden de Renault Clio Cabrioni duidelijk minder goed rijden dan het dichte origineel. “Cabrioni zaagt een dichte Clio open, maar verstevigt de onderkant niet. Op slecht wegdek is dan ook goed te merken dat de stijfheid van de koets minder is dan bij de meeste fabriekscabrio’s het geval is. Je moet echt niet opkijken van een rammeltje.” Wat dan wel weer goed zat, was de rust in de auto. De wind kreeg opmerkelijk weinig vat op het binnenste van de Clio Cabrioni: “Dakloos rijden met zo’n 130 km/h is geen enkel probleem, zeker niet als je één portierraam omhoog laat. De kaphoes klappert dan wel, maar geeft geen krimp.”
“Het is een beetje een rommeltje op de hoedenplank. De kaphoes zorgt er echter voor dat alles netjes op zijn plaats blijft.”
Meer keuze bij Cabrioni
Al met al vonden we het helemaal geen gekke ombouw en konden we ons best voorstellen dat hiervoor mensen waren te porren. Wel was het een vrij kostbare ombouw: 9.500 gulden was je ervoor kwijt en dan moest je uiteraard zelf nog een Clio aanleveren. “Voor dat geld vind je echter nergens het wind-in-de-haren-gevoel voor vier personen, of het moest één van de andere Cabrioni-producten zijn.” Je kon er immers onder meer ook aankloppen voor een open Fiat Panda, Peugeot 106, Austin Mini en Fiat Uno.



Bron: AutoWeek