Renault Clio (2023) – Back to Basics

Renault Clio (2023) - Back to Basics

Renault Clio Evolution, €22.950
De vanafprijs van de nieuwe Renault Clio is lekker marktconform. Met €22.950 is hij vrijwel even duur als concurrent Opel Corsa, die met een prijs vanaf €23.349 in de prijslijsten staat en onlangs nog voorbijkwam in Back to Basics. Beide modellen kregen bij hun recente facelifts een duidelijk ander gezichtje dat zich laat kenmerken door een nieuwe vorm voor de led-dagrijverlichting en voor de Clio geldt – net als voor de Corsa – dat die led-dagrijverlichting tot de standaarduitrusting behoort. Welke versie je ook kiest; de nieuwe led-signatuur, die je op meer nieuwe Renaults zult gaan zien, is altijd aanwezig.
Op andere punten verschilt de nieuwe Renault Clio in de Evolution geheten basisuitvoering natuurlijk wel van duurdere uitvoeringen. Zo heeft de instapper als enige geen privacyglass, geen chroomstrip over de onderkant van de portieren en een sprietje als antenne. Ook hebben completere uitvoeringen Techno en Esprit Alpine (vanafprijzen respectievelijk €24.950 en €27.250) andere wielen: de Techno staat op even grote wielen als de instapper (16-inch), maar heeft exemplaren met een diamond cut-afwerking, de Esprit Alpine doet het met een maatje meer.
De enige meerprijsvrije koetsafwerking voor de Renault Clio is een witte unilak. Metallic kan, waarbij grijstinten €600 extra kosten en overige kleuren – zoals rood en oranje – €800 extra. Best netjes, want tegenwoordig zie je toch regelmatig dat een bijzondere metallic-lak zich niet laat combineren met een basisuitvoering, maar bij Renault kan dat wel en tegen een relatief bescheiden prijsje.
Een overwegend zwart interieur met ruimte voor de nodige contrasterende accenten.
Keurige bekleding
Binnenin een instap-Clio wordt ‘de hand op de knip houden’ ook niet keihard afgestraft. Zo neem je plaats op (aan de bestuurderszijde in hoogte verstelbare) stoelen die weliswaar ‘gewoon’ met stof zijn bekleed, maar daar zitten wel mooi drie verschillende soorten stof op. Dat oogt hoogwaardig. Ook is het Clio-binnenste niet een zee van zwart. Een quasi-chromen randje her en der mag er gewoon aan te pas komen en in het midden prijkt – net als in duurdere uitvoeringen – een touchscreen. Wel verraden de schermen dat je in een Evolution-uitvoering zit: in duurdere uitvoeringen zijn ze groter. Ja, meervoud, want niet alleen het exemplaar midden op het dashboard, maar ook het digitale instrumentarium is in de instapper kleiner uitgevoerd (7-inch).
Qua functionaliteiten zijn de schermen ook beperkter. Het infotainmentscherm biedt toegang tot de draadloze versies van Apple CarPlay en Android Auto en heeft wél een digitale radio, maar geen navigatiefunctie. Geluid wordt via zes speakers het interieur in gestuurd en dat geldt ook voor de piepjes van de parkeersensoren, want die zitten er – achter althans – gewoon op.
Verder maken vier elektrisch te bedienen zijruiten, een handbediende airco, een niet-adaptieve cruisecontrol en verwarmde en elektrisch inklapbare zijspiegels het leven met de basis-Clio gemakkelijker. Daar houdt het ook op, want buiten dat vrij complete setje basics om zit er niet heel veel meer op of aan. Tenzij je kijkt naar het tegenwoordig toch wel alom aanwezige rijtje met veiligheidssystemen, waartoe lane keep assist, een veilige-volgafstand-monitor, een noodremsysteem en verkeersbordherkenning behoren.
Dit 16-inch lichtmetaal is standaard.
Wat koop je met de duurdere uitvoeringen?
Wat je bij het Techno-geheten tweede uitrustingsniveau krijgt, die €2.000 meer kost? Iets anders ingedeelde led-koplampen en -achterlichten (de instapper heeft wel altijd led voor en achter), ambianceverlichting, een automatisch dimmende binnenspiegel, klimaatregeling, keyless entry, een inductielader voor je telefoon, een achteruitrijcamera en een middenarmsteun. Voor bijvoorbeeld een adaptieve cruisecontrol of anders getekende voor- en achterbumpers moet je bij de Esprit Alpine-uitvoering zijn, die voor vanaf €27.250 in de prijslijsten staat.
Alle drie de uitrustingsniveau zijn te bestellen in combinatie met de meest simpele aandrijflijn: een 90 pk sterke driecilinder turbomotor die is gekoppeld aan een handgeschakelde versnellingsbak met zes verzetten, goed voor een 0-tot-100-sprint in 12,2 seconden. Liever niet zelf schakelen? Dan ben je aangewezen op de enige andere beschikbare aandrijflijn: de 145 pk sterke hybride (0 tot 100 km/h in 9,3 seconden). Ook die is verkrijgbaar met alle drie de uitrustingsniveaus, waarbij de minst dure €25.280 kost.
Ook de achterlichten zijn standaard led-exemplaren, wat in het B-segment niet vanzelfsprekend is.



Bron: AutoWeek