Aan het eind van het eerste decennium van de 21ste eeuw lopen de zaken allerminst soepel bij Renault. Wat heet: het is eind 2008 crisis bij de Franse autobouwer. Het gehele gamma – van Laguna tot Kangoo, Mégane tot Twingo, Laguna Coupé tot Fluence en Clio tot Scenic – bestaat uit auto’s met een ontwerpstijl die bepaald niet aanslaat. De modellen zijn visueel zwaar met onhandige proporties, staan op veel te kleine wielen en hebben nietszeggende surfacing. De levenslust is al even ver te zoeken bij de Renault-dealers, want een ware klantenexodus is gaande.
Laurens van den Acker
Laurens van den Acker neemt in 2009 de scepter bij het noodlijdende Renault als chief designer over. Het merk iss niet enkel op zoek naar een sterkere identiteit, maar vooral ook naar de essentiële verkoop boost. Weinig inlevingsvermogen is nodig om de druk op de schouders te voelen van het kersverse designopperhoofd. Want hoe komt het merk terug op de kaart? Hoe kan het designteam de waardes van Renault vertalen in voor de markt relevante producten?
Middels een ontwerpstrategie gericht rond de symboliek van de levenscyclus – liefde, verkenning, familie, werk, vrije tijd en wijsheid – krijgt Renault nieuw leven ingeblazen. Aangebracht in een bloemvorm volgende de diverse stadia elkaar op, ieder gepresenteerd in een relevante kleur. Zo schetst Van den Acker de reis die de mens – en dus de uitermate brede klantenkring die specifiek Renault bedient – doormaakt in het leven.
Maar met enkel een goede filosofie op papier is Laurens er natuurlijk niet. Er wordt een emotioneel ontwerp-dna bedacht. Een vormenspectrum dat het mogelijk maakt om een Renault-model in één oogopslag als dusdanig te identificeren. De nieuwe stilistische taal is sensueel, Latijns en kleurrijk. Om de sensualiteit kracht bij te zetten mogen de designers geen lijnen meer tekenen: een elegant lichaam bestaat namelijk ook niet uit lijnen, enkel kleurvlakken van licht en schaduw omschrijven vorm.
Door een reeks concept-cars komt de nieuwe designstrategie visueel tot leven: DeZir, Captur, R-Space, Frendzy, Twin’Run en Initiale Paris, gepresenteerd in de uitgesproken kleuren van de levenscyclusbloem. De conceptcars zijn niet enkel een belangrijke oefening voor het designteam, maar ook een directe voorbode van de toekomstige modellen. De ideeën blijken bovendien uitstekend vertaalbaar naar productiemodellen, zoals de Clio en Captur. Renault verkoopt weer auto’s. En hoe!
Voor de opvolgende modellen moet Renault blijven doen wat goed werkt – toch? Was het maar zo eenvoudig. Dat mooie auto’s niet automatisch verkopen laat de wet van de remmende voorsprong zien, in de autowereld helder geïllustreerd door de Jaguar XJ. Vele vonden hem mooi, maar men stapte massaal in de A8, S-klasse en 7-serie. En nu is de XJ niet meer.
Megane E-Tech Electric geen revolutie
De Megane E-Tech Electric is duidelijk een evolutie, geen revolutie, van de designtaal die Van den Acker introduceerde. De zachte, romige Renaultvormen hebben echter bij deze iteratie wel degelijk scherpe randjes gekregen. Proportioneel is de auto kloek: Van den Acker is er wederom in geslaagd grote wielen door te duwen in het productieproces. Deze zijn essentieel voor de goede stance van de Megane E-Tech – hij staat stoer op zijn pootjes – maar ze worden bij vele merken wegbezuinigd in verband met hoge kosten.
De Renault Megane E-Tech Electric heeft veel sculptuur, bijvoorbeeld in de motorkapvormen.Dichterbij zien we veel sculptuur in de huid, bijvoorbeeld in de motorkapvormen. Let ook op hoe de lichtlijnen in de koplamp doorlopen in het koperen element in de bumper. Een interessante manier om het samenspel van proporties, surfacing en jewellery nog consistenter te maken. De gedurfde toepassing van jewellery in groot formaat is het decoratieve koperen element in de neus. De unit illustreert ook de evolutie van de designtaal van romig naar harder, met name in details. De rijk gedetailleerde koplampen zijn hiervan ook een tekenend toonbeeld.
Aan de zijkant valt de zeer sculpturale dorpel op. Bijzonder, want vooral elektrische auto’s hebben tegenwoordig een zo plat mogelijke zijkant. Dat helpt sterk met de aerodynamica, maar veel minder met de looks … De driedubbele light catcher aan de zijkant reduceert de visuele hoogte van de Megane E-Tech Electric. Ook maakt hij door de scherp uitgevoerde richtingsveranderingen in de surfacing de auto optisch preciezer. Erboven treffen we een brede schouder: zacht en opnieuw rijk aan sculptuur.
Van halfslachtig zonder sjeu naar Franse levensvreugde
Het is haast onmogelijk een merk te vinden dat een succesvollere comeback heeft meegemaakt dan Renault. Van halfslachtige ontwerpen zonder sjeu naar Franse levensvreugde met sterke identiteit. Vervolgens heeft het designteam doorgepakt: het merk kwam niet enkel terug op de kaart, maar zal er door kritische aanpassingen voorlopig blijven staan. Bien fait!
Bron: AutoWeek