Gezien het succes van de 5 wilde Renault zijn gamma met sportieve versies naar een hoger segment trekken. Het eerste resultaat van die gedachte was de Renault 5 Alpine uit 1976. De sportieve auto werd gebouwd gebruikmakend van de reguliere lay-out, met de motor voorin. Deze hot hatch is niet erg bekend, al bestaat hij veel langer dan de zo geliefde Volkswagen Golf GTI.
De 5 Alpine was leuk, maar Renault wilde meer. Bij Bertone werd daartoe een originele 5 ingeleverd. De Italiaanse automotive design-studio had veel ervaring met kleine serieproductie en bovendien met rallyauto’s. Zo werd de Fiat 131 Abarth Rally bij Bertone getekend en natuurlijk de Lancia Stratos.
Van de reguliere 5 – een uniek en zeer innovatief stukje automobiel design – bleef tijdens de ontwikkeling van de 5 Turbo erg weinig over. Van de carrosserie werden bijna alle plaatwerkdelen vervangen, maar ook de wielophanging, het chassis en de motor – en natuurlijk de plaats ervan in de auto – werden opnieuw ontworpen.
Bij Bertone kreeg niemand minder dan Marcello Gandini de taak op zich de 5 Turbo te ontwerpen. Gandini tekende een enorme lijst legendarische auto’s, waaronder de Alfa Romeo Montreal, de eerste generatie BMW 5-serie, de Citroën BX, de Fiat X1/9, de Lamborghini Countach en de Lancia Stratos.
Bertone bouwde van het Gandini-ontwerp een mock-up. Deze Renault 5 Turbo-concept-car werd onthuld op de Autosalon van Parijs in 1978 en wakkerde nogal wat emoties aan.
In de Renault 5 Turbo was geen plaats voor een achterbank. De technische set-up was bedacht door Renaults hoofd van product Jean Terramorsi. Het blok – dat in productie-trim 160 pk opleverde, maar afhankelijk van de versie in rally-uitmonstering tot wel 350 pk kon ophoesten – werd centraal achterin gemonteerd. Het design voor de 5 Turbo van Gandini weerspiegelt dit sportieve technische DNA. Het ontwerp kent grote, uitgesproken vierkante wielkasten, met forse rechthoekige luchtinlaten voor de voorwielen.
Gandini liet er geen twijfel over bestaan: deze auto werd ontworpen voor competitief racen. Dat is de 5 Turbo verder aan te zien door de luchtuitstroomopeningen aan de buitenkant van de achterlichten.
De opmerkelijk krachtige voorspatborden maken de stance vierkant als een bulldog. Met een lange reeks ingrepen veranderde Gandini de vriendelijke 5 in een agressief en capabel ogende machine. De 5 Turbo werd een waar rallykanon, met zijn middenmotor, bespoilerde body en achterwielaandrijving.
Het interieur werd niet over het hoofd gezien. Daar werd een asymmetrisch stuurwiel toegepast en zeer harde blauw-rode kleurcontrasten.
De chauffeur en zijn bijrijder beschikken ieder over een uitgesproken sportstoel met opvallende blokken die ze ter hoogte van hun heupen en schouders op de plek houden, zittend op levendige patronen van de bekleding.
De latere Renault 5 Turbo 2 was vanbinnen minder extreem.
Twintig jaar later nog eens met de Clio V6
De 5 Turbo was een volstrekt absurd project: een reguliere productieauto waarbij tegen enorme kosten de techniek en esthetiek volledig op de schop ging. Er zijn maar heel weinig projecten van deze omvang binnen de auto-industrie. Het gaat onder aan de streep namelijk zelden goed. Toch vond Renault het een puik plan om hetzelfde radicale concept twintig jaar na de 5 Turbo nog eens uit te voeren.
Nu is het wachten op de volgende interpretatie, die opnieuw twintig jaar na dato in de startblokken staat.
Bron: AutoWeek