Waarom de Renault Avantime een instant klassieker was

Waarom de Renault Avantime een instant klassieker was

Met zijn bijzondere design en unieke concept was de Renault Avantime, waarvan de productie twintig jaar geleden begon, een instant klassieker. Een gelimiteerde oplage werd het ook – zij het tegen wil en dank. De historie van het model laat zich lezen als een mislukking die zich in een slow motion van 22 maanden voltrekt. Het verhaal start bij het idee dat wel vaker opborrelt bij Franse merken: nu eindelijk eens de Duitse topklasse aanvallen. Dat aanvalsplan besloeg bij Renault aan het begin van het millennium drie modellen. Allereerst was er de vierde generatie Espace die wat hoger in de markt werd gepositioneerd dan de vorige. Samen met de Vel Satis, een barok vormgegeven limousine met een wat hogere bouw, moest die de klassieke Franse Grande Routière nieuw leven inblazen. De derde pijler was een niche: een driedeurs MPV, die de rijbeleving van een coupé moest koppelen aan het lichte en ruimtelijke karakter van een MPV.

De eerste aanzet wordt gegeven op de Autosalon van Genève in 1999. Daar staat het Avantime-studiemodel waarvan het concept coupéspace werd genoemd. Volgens Renault de ‘missing link’ tussen de mpv en de coupé. Matra, dat al vanaf het begin de Renault Espace bouwt, heeft de auto ontwikkeld en gebouwd. En als je maar lang genoeg zoekt, is er voor elke niche wel een doelgroep. Renault geeft er in Genève twee aan. Allereerst de mensen die zijn opgegroeid in een Espace en nog niet toe zijn aan een volwaardige gezinsauto, maar wel zoeken naar het licht en de ruimte die deze auto biedt. Verder zijn er de ‘empty nesters’: ouderen die een leven lang een Espace als gezinsauto hebben gereden, nu de ruimte niet meer nodig hebben maar toch de karakteristieken van de MPV niet willen missen.
Renault Avantime als concept in 1999, zoek de verschillen met de latere productieversie!
Avantime op zijn Engels uitspreken
En even voor de duidelijkheid: bij Avantime spreek je ‘time’ uit op zijn Engels, ‘want dat is immers geen Frans begrip’. De betekenis van de naam mag duidelijk zijn: avant is Frans voor ‘voor’ – de Avantime moest zijn tijd dus vooruit zijn.
Twee jaar later, in juni 2001, start de productie van de Avantime in de Matra-fabriek in Romorantin-Lanthenay. Tijdens de ontwikkeling van concept-car naar productieauto is het halen van de veiligheidsnormen voor het B-stijlloze dak het grootste struikelblok. Maar er zijn meer redenen waarom het zo lang duurt totdat de Avantime productierijp is. De concept-car heeft enorme deuren die over een grote hoek openslaan. Als die rechtstreeks in productie worden genomen, is het voor de Avantime-eigenaar onmogelijk uit zijn auto te komen in een insteekvak. Daarom ontwikkelt Renault de dubbele scharnier. Bij de productieauto gaat het portier daarmee juist tot een opmerkelijk kleine hoek open. De ontwikkeling en de productie van dat scharnier is een waar hoofdpijndossier. Dan is er nog het panoramadak dat bij verschillende prototypes bij rijden op slechte wegen versplintert. Het concept behoeft dus veel aandacht voordat het in productie kan. Dat gebeurt dan ook later dan gepland.

Avantime als goedmakertje voor Matra
Je zou kunnen zeggen dat de Avantime een goedmakertje is voor de Matra-fabriek. Daar rolt sinds 1984 de Renault Espace van de productieband – die Matra immers zelf heeft ontwikkeld. De vierde generatie Espace, die in 2002 op de markt komt, bouwt Renault echter zelf in Sandouville. De reden daarvoor is dat de Espace de volledige capaciteit van de Matra-fabriek benut. Als de nieuwe Espace hogere verkoopcijfers wil scoren, zal Renault de productie in eigen hand moeten nemen. Nu begint het avontuur voor Matra dus opnieuw met een zelfbedacht concept en een zelfontwikkelde auto. Om kosten te besparen baseert Renault de Avantime technisch op de derde generatie Espace, die Matra bouwt sinds 1994. De helft van de onderdelen is uitwisselbaar met die van de oude Espace. Alle delen van het interieur en de carrosserie zijn uniek voor de Avantime. Maar ook onderstelcomponenten als veren en dempers wissel je niet zomaar uit.
Patrick le Quément ontwerper van Avantime
Het design van de Avantime is van Patrick le Quément, die vanaf de jaren 90 zijn stempel drukt op de ontwerpen van Renault. Zo is hij verantwoordelijk voor de eerste Twingo en de al even aaibare Kangoo van de eerste generatie. Voordat hij bij Renault zijn taak start, heeft hij enkele harde eisen. Le Quément wenst niet een auto om de techniek heen te ontwerpen en een hele horde consultants laat hij van de ontwerpafdeling verwijderen. Daarvoor in de plaats komen 350 designers, een verdubbeling van het team. Bovendien doet Le Quément alleen zaken met de CEO zelf. Kort gezegd: hij schudt de boekhouders af. In het geval van de Twingo en de Kangoo leidden zijn uitbarstingen van creativiteit tot groot succes. Bij de Avantime is dat een heel ander verhaal.
Elk exemplaar een soort prototype
De verkopen van de nieuwe non-conformistische Renault komen namelijk helemaal niet van de grond. Dat de Vel Satis eveneens nieuw op de markt is, is daarvan misschien wel de grootste oorzaak. De belangrijkste concurrent komt uit eigen huis. Maar ook het aanvallen van de Duitse topklasse lukt niet zo erg, de ambitie immers van Renault. Waar Duitse auto’s tot in de puntjes correct in elkaar zitten, kun je van de Avantime op zijn best zeggen dat elk exemplaar een prototype is. Natuurlijk gaat de kwaliteit in de loop van de tijd wel vooruit, maar als een slechte naam eenmaal is gevestigd, kom je daar nooit meer vanaf. En eerlijk is eerlijk: de Avantime is nooit perfect geworden. Elektronische storingen en loshangende onderdelen zijn aan de orde van de dag. De grote glasoppervlakken en de panoramadaken zijn misschien wel karakteristiek en innovatief, maar de constructie kraakt dat het een lieve lust is en de ramen sluiten zelden helemaal recht. Bovendien ademen de materialen in het interieur weinig ‘premium’ kwaliteit. De klandizie vindt het dashboard bijvoorbeeld te veel lijken op dat van de Espace – van de vorige generatie welteverstaan.

Maar boven alles kan het publiek niet wennen aan het concept van de coupéspace. Als grootste gemis noemen gebruikers het feit dat de auto slechts twee portieren heeft terwijl dat nu juist de grote troef van het concept is. Niemand kan zich bovendien herkennen in de nogal gezochte doelgroepen die Renault voor de Avantime heeft bedacht. Renault heeft als jaarproductie ingezet op een toch al zeer bescheiden 15.000. Maar na een jaar productie komt de teller niet verder dan 3.900.

Avantime begint met V6
Door de slechte verkopen van de Avantime staat Matra meteen het water aan de lippen. Want een ander project dat de leegte van de Espace moet opvullen, de productie van de Matra M72, komt maar niet van de grond in de fabriek in het Loire-dal. De complete introductie van de Avantime is echter nog niet voorbij. In het eerste jaar wordt alleen de 3,0-liter V6 benzinemotor met een handgeschakelde versnellingsbak geleverd. In Nederland staat die in de prijslijst voor €43.000. In april 2002 vult een 2,0-liter turbomotor het programma aan, die de Avantime wat betaalbaarder maakt. Bovendien kan vanaf dan bij de zescilinder ook worden gekozen voor een vijftraps automaat die een heel stuk beter bij het karakter van de Avantime V6 past. Voor de Franse markt, vanzelfsprekend de belangrijkste voor deze Renault, is een diesel van levensbelang. De dieseldorst wordt vanaf juni 2002 gelest met de komst van de 2.2 dCi. Daarmee is het programma compleet en is de Avantime financieel bereikbaarder én bruikbaarder voor een grotere doelgroep. Maar evengoed is de Avantime nog steeds duur ten opzichte van de Duitse concurrentie. Om het model nog een keer wat nieuw leven in te blazen, komt er ook nog een Expression-uitvoering. Bij die basisversie met de tweeliter turbo is bijvoorbeeld het panoramadak geschrapt. Minder karakteristiek misschien, maar de prijs daalt er wel mee naar €35.000.

Het mag allemaal niet baten. De verkoop van de Avantime wil niet vlotten en duwt Matra naar de ondergang. Eind februari 2003 kondigt Renault de sluiting van de fabriek aan. De directie laat weten de productie niet in een eigen fabriek te willen voortzetten. En daarmee is het lot van ’s werelds enige coupé-MPV bezegeld. In mei 2003, na 22 maanden productie, komt de laatste Avantime van de band. De productie blijft steken op 8.557 exemplaren. Daarvan zijn er 4.000 naar de buitenlandse markten gegaan; in Nederland trekt het model slechts 218 kopers.

Het kontje ging naar de Mégane II
Is het hele project dan voor niets geweest? Nee hoor. Patrick le Quément dendert door op de ingeslagen weg. Het design waarmee de Avantime de trend zette, vind je terug op de tweede generatie Mégane, die ‘met het kontje’. De bolle achterruit met de nep-luchtroosters ernaast had de Avantime ook. Over de Mégane II zegt Le Quément achteraf overigens dat die ‘te veel van het goede’ was; ook die auto werd geen commercieel succes. De tweede generatie Scénic is in dezelfde richting vormgegeven; ook bij die mpv doet de achterzijde sterk denken aan de Avantime. Desondanks gaat de Renault Avantime de historie in als een van de grootste flops in autoland. Een coupé-MPV was zijn tijd té ver vooruit – een tijd die daarna nimmer is aangebroken.
Antoine Kortekaas achterin zijn Renault Avantime.
Twee jaar geleden hadden we voor AutoWeek Classics een rendez-vous met een Nederlandse Avantime-rijder Antoine Kortekaas:
Antoine Kortekaas demonstreert graag even de ruimte én het licht op de achterbank van zijn Avantime. Die kocht hij toen die vier jaar oud was met 100.000 kilometer op de teller. “Ik reed destijds in een Renault Alpine Turbo. Die kwam rokend tot stilstand omdat de zekeringenkast aan het smelten was. Toen was ik het vertrouwen in die auto kwijt en kocht ik bij de dealer deze Avantime. Dat we daarin onze toen kleine kinderen goed kwijt konden, was ook mooi meegenomen. Ik wilde een gezinsauto die geen doorsnee was. Mijn auto is een Privilège-uitvoering. De enige optie is de zwart-blauwe leren bekleding. Bijzonder aan de Privilège is de ‘Grand Air’-optie. Daarmee kan ik met één druk op de knop alle ramen en het dak openzetten. Dan rijd je voor je gevoel in een cabriolet.”
Antoines Avantime is tot in de puntjes verzorgd. Hij ging zelfs zover dat hij de kunststof in het interieur plakvrij liet maken. “Daar kwamen de weekmakers uit. Telkens als je met je broek tegen de console zat, kwam daar een blauwe vlek in.”
Voordat we weer een blik vooroordelen over de Avantime opentrekken: die kwaal komt bij vele auto’s van deze leeftijd voor, tot Lexussen aan toe. Het enige niet originele wat we aan de auto kunnen ontdekken, zijn de opvallende dubbele eindpijpen op de uitlaat. “Renault heeft alle onderdelen netjes tien jaar nageleverd, maar nu is er niets meer te krijgen. Dat moet echt vanuit het hobbycircuit komen. In Nederland is daar bijvoorbeeld de Avantimevrienden-beweging voor. De uitlaat is dus van RVS nagemaakt en daarbij heb ik voor deze eindpijpen gekozen.” In de jaren dat Antoine zijn Avantime bezit, heeft hij er 70.000 kilometer op de teller bijgezet.
Niet alles aan de Avantime is kommer en kwel. De rust aan boord tijdens het rijden en de aangename besturing zijn de vaakst geroemde eigenschappen. Het lijkt ons heerlijk om ermee over de Autoroute naar het zuiden te zweven en ‘Grand Air’ langs de lavendelvelden te rijden. Antoine: “Maar ik gebruik hem alleen als gezinsauto voor het weekeinde, al zijn we er ook een keertje mee naar de Ardennen geweest …”



Bron: AutoWeek