“Als ik een benzine-auto aanlever die 5,5 liter per 100 kilometer verbruikt, en een EV die 15 kWh per 100 kilometer nodig heeft, doe ik mijn werk niet goed”, stelt Renaults platformbaas Vittorio d’Arienzo tegenover Automotive News Europe. Wat hij bedoelt blijkt uit de rest van het interview: met ‘dedicated’ platforms voor elektrische auto’s kun je compromisloos en dus efficiënter te werk gaan dan met een platform dat geschikt is voor alle aandrijfvormen.
Dat is een al dan niet bedoelde sneer aan het adres van de koning van het platformdelen: Stellantis. Vrijwel iedere auto die vanuit dat bedrijf op de automarkt wordt afgeschoten, is zowel een EV als een auto met verbrandingsmotor. Renault doet dat anders, en presenteert louter compleet separate EV’s die naast totaal andere modellen met verbrandingsmotor worden geleverd. De meest recente voorbeelden daarvan zijn natuurlijk de Renault 5 en Renault 4, de eerste auto’s op de AmpR Small-basis die dus alleen voor EV’s is.
Volgens ‘d Arienzo is dat dus de enige juiste weg, in de eerste plaats vanwege het energieverbruik. De hierboven genoemde waardes zijn niet eens slecht (een R5 doet bijvoorbeeld 14,9 kWh/100 km) maar het kan volgens Renaults platformverantwoordelijke nog beter. Voor de aankomende Twingo mikt Renault op 10,5 kWh per 100 kilometer, wat de auto zeer efficiënt zou maken.
Een ‘dedicated’ EV-platform – wie er een goede Nederlandse vertaling voor heeft, mag het zeggen – heeft volgens deze expert echter meer voordelen. Ook de indeling van de auto kan zo namelijk efficiënter, met een kortere neus (ongeschikt voor verbrandingsmotoren) en bijvoorbeeld een kleinere draaicirkel als gevolg. Het feit dat de Renault 5 een voor dit segment ongebruikelijke multilink-achterwielophanging heeft, mogen we ook op het conto van dit pure EV-platform schrijven. EV’s zijn zwaar en hebben een andere gewichtsverdeling dan auto’s met een benzinemotor in de neus, dus moet ook de wielophanging anders.
Bron: AutoWeek