Renault Espace: alle generaties op een rij

Renault Espace: alle generaties op een rij

Zeker weten deden we het de afgelopen jaren niet altijd, of de Espace-modelnaam wel zou voortbestaan. MPV’s zijn in Europa immers (op sterven na) dood en de uitgaande generatie Espace zette al een voorzichtige stap weg van zijn oorsprong. De vijfde generatie was geen volbloed-MPV meer, maar een cross-over tussen een MPV en SUV. Dat zijn opvolger zich geheel tussen de SUV’s nestelt, is mede daardoor weinig verrassend. Wat wél enigszins verrast, is zijn modelnaam. Het inmiddels toch illustere ‘Espace’ keert terug, maar dit keer op een auto die conceptueel vrijwel niets meer deelt met zijn voorvaderen – op het aantal zitplaatsen na.
Als je wil weten waar het met die voorvaderen begon, verwijzen we je graag door naar dit artikel, waarin de eerste generatie Renault Espace al uitgebreid aan bod komt. Die auto wordt ten onrechte nog wel eens geduid als ‘de eerste MPV’, maar dat is onjuist. Wél was het de eerste MPV van een Europees merk in de ‘moderne tijd’ (jaren 80 en later). Als zodanig kreeg het model pas in de jaren 90, waarin Renault al de tweede en derde generatie presenteerde, heel wat concurrentie. Andere Europese merken, zoals Ford (Europa) met de Galaxy, Volkswagen met de Sharan en Citroën met de Evasion, betraden – weliswaar zo’n 10 jaar later – de MPV-markt. Een markt die Renault in het moderne Europa had ontdekt.
Van rechts naar links: generaties 1 t/m 4 van de Renault Espace.
Kunststof carrosseriedelen en de Grand Espace
Het merk bleef na de eerste Espace, die in 1984 op de markt kwam, niet stilzitten. In 1991 kwamen de Fransen met de tweede en in 1996 alweer met de derde. Wat de eerste drie generaties met elkaar gemeen hebben, is dat ze alle drie een koets dragen die voor het grootste deel uit kunststof plaatwerkdelen is opgebouwd. Vanaf de vierde generatie gebruikte Renault, net als vrijwel alle andere merken, hoofdzakelijk metalen panelen. Tevens bood de vierde voor het eerst een zescilinderoptie voor zowel de diesel- als benzine-blievende klanten; bij de tweede en derde generatie Espace kon je alleen zes cilinders krijgen als je benzine wilde verbranden.
Bovendien was de zescilinder in de Espace ‘vier’ groter dan voorheen, waardoor benzine verbranden de Espace nog beter afging. Een bijzonder goed klinkende 3,5-liter V6, bekend uit onder meer de Nissan 350Z, lag voortaan desgewenst in het vooronder van een 7-zits familieauto. Eentje waarin die familie bovendien extra ruim kon zitten: de vierde generatie was evenals zijn voorganger als ‘Grand Espace’ met een langere koets te bestellen.
De Grand Espace 3.
De Espace F1, met een uit de koningsklasse afkomstige V10 en een ontwerp gebaseerd op dat van de Espace 2.
Door zijn ruime motorenaanbod en de verschillende carrosserievarianten legde de vierde Espace Renault bepaald geen windeieren. In Nederland, waar sinds 1984 in totaal net iets meer dan 41.000 Renaults Espace werden verkocht, was de vierde generatie veruit het populairst. In  2003 en 2004 verkocht het merk zelfs ruim meer dan 4.000 exemplaren per jaar.
Vergane glorie
De vijfde generatie, die gebruikers gematigd positief bevalt en pas in 2015 op de markt kwam, haalde dergelijke aantallen bij lange na niet. In zijn ‘beste’ jaar, 2016, verlieten er 763 de showroom. Van een ruim motorenaanbod of keuze uit carrosserievarianten was geen sprake meer, terwijl de MPV-SUV-tussenvorm voor de meeste potentiële kopers misschien toch wat lastig verteerbaar bleek.
Wat dat betreft is de nieuwe Renault Espace een erg veilige zet van de Fransen. Het koperspubliek slikt nu eenmaal graag SUV’s anno 2023. Maar of de auto zich voldoende kan onderscheiden van de Austral, wat an sich al geen bijzonder gedistingeerd model is? Dat valt te bezien. Eén troef biedt de nieuweling – zoals het een Espace betaamt – in ieder geval wel: zeven zitplaatsen. En hoeveel concurrenten hebben die nu nog?
Zal deze auto de Espace-naam weer doen opleven?



Bron: AutoWeek