Logistieke problemen zijn niet nieuw, maar door de coronapandemie werden ze weer actueel en dat blijven ze door de oorlog in Oekraïne. Een belangrijk deel van de Europese vrachtwagenchauffeurs komt uit Oekraïne, maar is niet beschikbaar voor werk als gevolg van de oorlog. Resultaat: de logistieke problemen die Stellantis en Renault – maar bijvoorbeeld ook de Volkswagen Group – ervaren in Europa, zijn vooralsnog niet voorbij. De meeste autofabrikanten geven weer dat de stabiliteit van de onderdelenleveranties na onder meer de chiptekorten inmiddels beter is, maar de logistiek voor eindproducten blijft een heikel punt. Daardoor staan er over Europa verspreid duizenden nieuwe auto’s van verschillende fabrieken die allemaal nog naar dealerbedrijven vervoerd dienen te worden.
Daarom komen Stellantis en Renault nu in actie, blijkt uit berichtgeving van Bloomberg en Automotive News Europe. Renault werkt samen met een uitzendbureau om ook eigen krachten om te scholen tot vrachtwagenchauffeur, Stellantis werft zelf zijn personeel door het te mailen en posters op te hangen in zijn fabrieken in Spanje, Italië en Frankrijk. Naar verluidt meldden al 140 personeelsleden van Stellantis-fabrieken zich om zich om te laten scholen tot vrachtwagenchauffeur, waarbij ze de optie hebben om later weer in de fabriek te komen werken óf vrachtwagenchauffeur te blijven. Door het eigen personeelsbestand aan te spreken wil onder meer Stellantis de logistieke problemen sneller verhelpen, waardoor het aantal nog af te leveren auto’s niet nog verder oploopt. Daarbij wil het concern voorkomen dat de levertijden weer langer worden, nu ze zich in sommige gevallen juist weer iets beginnen te beperken.
Bron: AutoWeek