Toe maar, ‘één van de belangrijkste nieuwkomers van 2025′. Is dat niet wat voorbarig?
Sinds de Volvo EX30 is er alle reden om wat voorzichtig te doen met dat soort uitspraken, maar tot nu toe staan alle seinen op groen voor de kleine Renault. Zijn duidelijk op de oude 5 geïnspireerde, maar toch moderne uiterlijk valt in de smaak, de eerste kilometers bevielen uitstekend en als klap op de vuurpijl is de prijsstelling ook nog behoorlijk scherp.
Hoe scherp is die prijs van de Renault 5 dan?
De geteste Iconic Cinq-versie kost €34.490. Dat is eigenlijk best veel geld, maar we praten dan wel over een versie met nagenoeg alle opties en een bereik van dik 400 kilometer. De Mini is kaal ongeveer even duur, maar dan krijg je wel de Cooper E-versie, die maar 305 kilometer ver komt in de ideale wereld die WLTP heet. Bovendien zijn opties duur en wie een Mini zoals in de video wil, betaalt zomaar 10.000 euro meer dan voor de geteste Renault. Au!
Hoe verhouden de specificaties van de Renault 5 en de Mini Cooper zich tot elkaar?
De door ons gereden Renault 5 Comfort Range heeft 150 pk en een accu van 52 kWh en komt daarmee in theorie 410 kilometer ver. Snelladen gaat met maximaal 100 kW. De Mini Cooper levert als duurdere SE vergelijkbare elektrische prestaties, maar die wijkt qua prijs en vermogen wel erg stevig van de Renault af. Daarom opteren we voor de goedkopere Cooper E. Die is met 184 pk nog altijd een stuk krachtiger dan de Renault, maar delft met een accu van 36,6 kWh, een snellaadpiek van 75 kW en een theoretisch bereik van 300 kilometer wel stevig het onderspit. De Mini blijkt in de winterse praktijk echter wel het efficiëntst en daardoor valt het verschil wat mee, al blijft staan dat dit geen auto is voor wie geregeld lange afstanden rijdt.
Een Mini rijdt lekker, dat is altijd zo geweest. Kan de Renault hem op dat vlak aan?
De Mini Cooper E is ook in basisvorm lekker vlot en reageert leuk fel op het rechter pedaal. Ook bij deze nieuwe en altijd elektrische Cooper maakt Mini een duidelijke keuze voor een sportief karakter. De Mini is stug, reageert heel direct op input van het dikke stuur, helt nauwelijks over en daagt uit om bochten steeds sneller te nemen, al denken de Maxxis-banden van onze testauto daar iets anders over. Rond het vriespunt houdt het zeker niet over met de grip en de tractie, maar het dynamische karakter van de Mini blijft als een huis staan.
De Renault is ook wat stug, maar niet zo hard als de Mini. Dat zegt eigenlijk alles over het rijgedrag van deze auto, die comfort en dynamiek op een geweldige manier combineert. De relatief smalle en hoge 5 wil best overhellen en is zeker niet zo messcherp als de Mini, maar alsnog lekker wendbaar. Zijn draaicirkel is opvallend klein, de besturing erg direct en het onderstel geraffineerd en dat levert een auto op die vrijwel iedereen als prettig zal ervaren.
Zijn de interieurs van deze auto’s net zo leuk als de buitenkanten?
Het binnenste van de Renault komt alvast een heel eind. De afwerking is uitstekend, het kleur- en materiaalgebruik creatief en hoewel er wat duidelijke retro-details zijn toegevoegd, oogt het binnenste net als de buitenkant vooral modern. Het overvloedige gebruik van vlekgevoelige pianolak is wel jammer, maar vooruit. De 5 is vanbinnen opvallend anders dan andere Renaults en heeft bijvoorbeeld een horizontaal in plaats van een verticaal infotainmentscherm, al is het Google Automotive-systeem dat daarin zit wel bekend. Het werkt ook hier erg goed en over de bediening is duidelijk goed nagedacht.
Het Mini-interieur is ontdaan van al het chroom en alle echte retro-elementen, maar toch is dit minimalistische geheel direct herkenbaar als een Mini-binnenste. Het ronde scherm is erg wennen en oogt al snel druk, omdat het veel minder gemakkelijk is om apps en functies in een overzichtelijke lijst te plaatsen. Het oogt echter wel erg fraai en dat geldt ondanks het minimalisme ook voor de rest van het Mini-interieur. Aan de bouwkwaliteit is het verschil in prijs goed zichtbaar: de Renault is vanbinnen mooi, maar met name achterin is de Mini duidelijk nog mooier afgewerkt.
Ik durf het bijna niet te vragen, maar is er nog een beetje ruimte aan boord?
Als we erbij zeggen dat dit de ruimste van de twee is, weet je eigenlijk genoeg.
Als binnenruimte belangrijk voor je is, kun je deze auto’s maar beter laten staan. Dat geldt het meest voor de Mini, die als EV altijd een driedeurs is tenzij je voor de hogere Aceman gaat. Achterin is het krap en de bagageruimte is met 200 liter ronduit klein. Wel is er een fijne dubbele bodem, zodat de laadkabel ondanks het ontbreken van een frunk tenminste niet los door de laadruimte slingert. De Renault doet dit met standaard achterdeuren en een bagageruimte van dik 300 liter een stuk beter, maar ook deze auto is krap achterin en dus niet echt geschikt als gezinsauto.
Toch spijt van je Mini-aankoop? Dan kun je de Renault 5 tenminste nog als wallpaper instellen…
Bron: AutoWeek