Wellicht gaat er een lichtje op bij het horen van de naam Harry Velthuis. Dat kan kloppen, want in het verleden trad hij al eens op in AutoWeek. Met zijn Guppie genaamde rode Renault 4 GTL deed hij een gooi naar de qua kilometerkostprijs zuinigste rijder van ons land. Het ‘visje’ heeft het lang volgehouden. Op YouTube circuleren video’s waarin Harry al rijdend de 500.000 kilometer aantikt. Zijn liefde voor de 4 ging zo ver dat hij eens verkondigde daarin begraven te willen worden.
Renault 4 GTL met 528.000 kilometer
Tijdens ons bezoek is Harry (71) gelukkig nog springlevend, maar Guppie is in 2014 bij een kilometerstand van bijna 528.000 helaas heengegaan. In de tuin achter de even boven Emmen gelegen woonstee heeft het sympathieke Renaultje zijn laatste rustplaats gevonden. “Op een gegeven moment zakte hij simpelweg door zijn achteras: roest. Er was geen redden meer aan”, zo verklaart onze gastheer berustend. Gelukkig zijn wij niet voor niets gekomen: zo’n beetje alles in en rond het huis ademt Renault en op het erf zijn een Estafette en enkele Viertjes verzameld, samen met de Twingo van echtgenote Tonny, de Clio RS en een zojuist uit Spanje geïmporteerde verhoogde 4F6 Fasa van dochter Sabine en de Mégane Estate GT-Line van dochter Rianne. En met alle respect voor de Clio en de Mégane; die zijn voor AutoWeek Classics, het magazine waarvoor we hem bezochten, net wat te modern.
Vier met vouwwagen
Het enthousiasme van de dames is er niet minder om, want al snel ontvangen wij in onze mailbox allerlei Renault-anekdotes uit hun jeugd. Achteraf altijd met een glimlach geschreven, op het moment zelf soms wat minder. Zo herinnert Rianne zich nog goed de vakanties met de 4: “In onze jeugd was de 4 al een minder voorkomende verschijning in het straatbeeld, laat staan met een grote vouwwagen erachter. Toen we eens van een camping terug naar huis wilden rijden, weigerde de auto dienst. Mijn zus en ik moesten hem toen over een heuveltje duwen, hopende dat de motor heuvel-af zou aanslaan. Vol schaamte renden wij het Viertje al duwend over de camping, een van die momenten waarop ik wenste dat mijn ouders een gewone, moderne auto hadden. Ook ging er altijd een grote gereedschapskist mee, zodat mijn vader bij pech onderweg het euvel eventueel zelf zou kunnen fiksen.”
Jongerencamping op met Estafette
Sabine: “Toen we oud genoeg waren om zelf op vakantie te gaan, brachten onze ouders ons in de Estafette weg naar de beruchte jongerencamping in Renesse. Fijn, want zo konden we onderweg een paar uurtjes ‘in voren’ slapen om het verwachte slaaptekort van die week wat op te vangen. Minder fijn was het toen we met dat stokoude busje uit 1971 de camping op reden om onze spullen uit te laden. Geloof me, als puber kom je liever in iets anders de camping op!” De Renault-historie van Harry zelf kende trouwens eveneens een valse start. “Nadat ik in 1975 mijn rijbewijs had gehaald, zocht ik een betaalbaar karretje: 2CV, Mini, Kever … Van mijn scheikundeleraar kon ik voor 200 gulden, omgerekend ruim €90, zijn Renault 4 overnemen.”
Na amper twee weken ging de startmotor kapot, maar Harry vond al snel een betere 4. “Wat heet: die 72’er reed snaarstrak! In die tijd werkte ik als chemisch analist in het Academisch Ziekenhuis in Groningen en woonde daar op kamers. Elk weekend verbleef ik bij mijn ouders in Wijhe, tussen Zwolle en Deventer, en ging dan met de 4 op pad. Op een keer ging ik met Tonny – toen nog mijn vriendin – met vrienden een weekendje naar Valkenburg. Onderweg reed ik hem total loss: in een flauwe bocht ging ik vanwege de glibberige weg rechtdoor … Wij hadden niets, laadden onze spullen over en stapten in de Kever van onze vrienden om de reis naar Zuid-Limburg voort te zetten. Daarop kocht ik nog twee Viertjes, die ik tot één goed exemplaar heb omgebouwd.” Ondanks dit malheur bleef de liefde voor Renault en de 4 in het bijzonder bij Harry recht overeind. “Dat kwam puur door mijzelf. Het was niet van huis uit ingegeven of zo. Integendeel, mijn ouders reden altijd Peugeot.”
Eenvoudige techniek van de Vier
Wat is nu de charme van de Renault 4? Harry: “Het is eenvoudige techniek. Op het laswerk na heb ik alles mezelf kunnen aanleren om ze op de weg te houden. Ik heb er zo’n vijftien gehad. Betrouwbaar zijn ze ook. En dan die ruimte, hè? Menig Groninger heb ik in mijn studententijd helpen verhuizen, er past gemakkelijk een koelkast in.” Tonny vult aan: “Ze zijn zuinig en het is altijd starten en lopen. Goed, in de winter moet je de ramen aan buiten- én binnenkant krabben, maar ach …” Toch hebben niet enkel Viertjes dienstgedaan. “We hebben ook eens een 6 gehad, maar die kwam in 1985 niet meer door de apk. En Tonny heeft een F6 Combi gehad. Die heeft zijn Waterloo gevonden tegen een boom toen zij moest uitwijken voor een ree.”
Estafette van de sloop gered
En dan de Estafette. “In 1998 bestond Renault 100 jaar, wat in Noord-Brabant uitgebreid werd gevierd en waaraan alle Nederlandse Renault-clubs meededen. Daar maakten we kennis met de Vrienden van de Estafette-club en werd bij een aantal R4-rijders het zaadje geplant om in de toekomst ook zo’n busje aan te schaffen. Ons leek zo’n klassieke camper eveneens wel wat, dus zijn we op zoek gegaan. In de buurt van Enschede vonden we er eentje. Hij was van iemand die over de grens ging wonen en zijn Estafette zou naar de sloop gaan. Mooi niet! We hebben hem gekocht en opgeknapt en er sindsdien heel veel plezier mee beleefd, onder meer met meerdere reizen naar Duitsland en Frankrijk, waarbij we ook Monaco hebben bezocht. Onze Tuffie mocht zich daar op meer belangstelling verheugen dan al die dure bolides.”
Tja, met zulke Renault-minded ouders krijg je als kind de liefde voor het merk met de paplepel ingegeven. Neem nu de woning van Harry en Tonny: van naambordje tot klok en van vitrinekasten tot legpuzzels, het is één en al Renault. “In de vitrinekasten staan zo’n 850 verschillende Renault 4- en Estafette-miniaturen. Nog elk jaar bezoek ik de Namac-beurs in Houten”, aldus Harry.
Afgekeurd Viertje
“Achter de woning van mijn ouders liggen weilanden”, gaat Sabine verder. “Met een apk-afgekeurde 4 leerden wij daar rijden en – vooral – crossen. Mijn zus en ik hebben ooit de 4 van onze moeder in het prikkeldraad gereden; onze eigen cross-4 deed het niet. Ik kon niet wachten om mijn rijbewijs te halen. Les kreeg ik in een Volkswagen Passat. Bij mijn eerste remactie vloog de instructeur bijna door de voorruit: in de 4 zat geen rembekrachtiging, dus ik was gewend stevig op het rempedaal te trappen … Gelukkig slaagde ik snel en kreeg ik van mijn vader een Renault 4 GTL. Hij kostte 600 gulden, zag er niet uit, maar ik heb hem gepoetst en mijn vader knapte hem op. Wat was ik er blij mee! Ik noemde het Viertje Ienieminie en reed regelmatig naar mijn zus, die in het Belgische Stavelot stage liep. Heuvel-af en wind mee haalde ik 160 km/h! Dat moest ook wel, want vervolgens heuvel-op ging het snel veel langzamer.”
Kijken naar 5 GT Turbo, het werd een 5 GTX
Later ging de R4 GTL haar wat tegenstaan. Met haar vader bekeek Sabine daarom een 5 GT Turbo, maar die was in hun ogen te slecht. “Een 5 GTX is het toen geworden. Die hield het niet lang vol, maar ja, hij kostte ook maar €650. Daarna kwam een 5 GTE, maar die liep nooit helemaal lekker. Beide auto’s heb ik tegelijk verkocht ten faveure van een Mégane Coupé op lpg.” Sabine had inmiddels een vriend die in Nieuwleusen woonde, en met een dergelijke kilometrage is gas een economische keuze. Later ging het toch weer kriebelen en toen een gezamenlijke vriend wegens gezinsuitbreiding zijn blauwe Clio RS wilde verkopen, sloeg Sabine toe. “Die heb ik tot boven de 350.000 kilometer gereden. Die vriend had spijt van zijn verkoop en kocht een zilvergrijze Clio RS, tot hij ook die weer wilde inruilen. Weer hapten we toe en dat is onze huidige auto. Inmiddels is daarvan de teller ook voorbij de 260.000 kilometer gegaan, maar vanwege de lol die hij biedt, gaat deze Clio niet meer weg.”
Inmiddels is er een vierwieler bijgekomen. “Dat is de Spaanse 4F6. We zaten wel eens te kijken naar een 4 voor erbij, maar omdat Jos een zoon van vijf heeft en we twee honden hebben, wordt dat krap. We werden getipt over deze Fasa met verhoogd dak. Ongezien kochten we hem. Er moet nog best wat aan gebeuren voordat hij naar de RDW en de apk kan, maar daar hebben we mijn vader voor. Vanwege zijn afkomst en rode kleur noemen we hem El Toro, oftewel De Stier. Overigens bestaat Ieniemienie nog steeds, dat is nu mijn vaders werkpaard.”
Van 4CV tot Vel Satis
We zijn aardig onder de indruk van het Renault-verleden van Sabine, maar partner Jos Nieuwenweg kon er ook wat van. “Trafic, drie 4’s, twee 4CV’s, Master, Vel Satis”, noemt hij soepeltjes op als we vragen of hij ook een link met het Franse merk had. De een was een echt werkpaard, een ander aangeschaft ter restauratie en weer een derde deed dienst als personenauto. Schoonvader Harry vond en vindt het prachtig, en wat dat betreft is Rianne goed terechtgekomen. “Nadat ik regelmatig in de rode 4 van Sabine mocht rijden – de rit naar haar werk kon zij op de fiets af – was ik toe aan wat meer comfort. Die vond ik in een witte 5 SL Tonic. Michiel kende Renault ook wel, hij reed destijds in een bedrijfs-Kangoo, maar een Audi A3 was evenmin te versmaden. Daarom toch het Vijfje verkocht, met een zwaar gemoed, dat wel. Michiel kent dat gevoel trouwens ook, want hij heeft nog steeds spijt dat hij zijn Clio I 1.8-16V heeft weggedaan.”
Michiel noemt het nog steeds de leukste Renault die hij ooit heeft gehad. De Audi zorgde ervoor dat Harry een week lang niet met zijn schoonzoon sprak en nadat de A3 al vrij snel op Schiphol total loss was gereden, zijn de echtelieden toch weer op Renault overgestapt. “Ditmaal een erg luide en superlage Clio II RS. Gezinsuitbreiding dreef ons in een Mégane en nu dus in een Mégane Estate. Niet klassiek, maar met twee kinderen perfect voor veel zit- en rijcomfort en uiteraard bagageruimte”, aldus Rianne. Michiel: “Ik weet nog dat ik op de nacht dat ik Rianne in een kroeg in Emmen heb ontmoet wij met een stel mensen naar mijn huis zijn gegaan. Op een gegeven moment ging het gesprek over auto’s, waarbij Riannes zus Sabine over de Renault 4 begon. Bij niemand ging meteen een lichtje branden, dus is zij die auto op de grond simpelweg gaan uittekenen.”
Uit een boom gevallen
We kennen weinig families waar de liefde voor een bepaald automerk zó in het bloed zit. Dus eind goed, al goed? Ja, wat betreft de derde generatie. Als Harry de Estafette richting fotolocatie rijdt, roept de vierjarige Sophie blij: “Busje komt, busje komt!” Dat zit dus wel snor. Harry zelf viert in 2025 dat hij een halve eeuw Renault 4 rijdt, dus eveneens reden voor een feestje. Maar hij en Tonny zijn natuurlijk óók een halve eeuw ouder geworden en nadat Harry tijdens het takken zagen eens uit een boom viel en Tonny een nieuwe heup heeft, worden verre reizen met de 53 jaar oude camper allengs lastiger: de gewrichten werken niet meer zo soepel. Wegdoen is echter geen optie: “Er kleven zoveel mooie herinneringen aan”, meent Harry. “Wat nu staat, blijft”, vat Tonny haar passie voor het merk-met-het-wybertje bondig samen. Wat een merk-ambassadeurs!
Bron: AutoWeek