Renault, het merk van sprankelende en originele successen als de 4, de 5 en de 16, liet zich in de jaren 80 met modellen als de 9, 11, 19 en 21 van hun minste creatieve kant zien. Positieve uitzonderingen waren er gelukkig wel; het topmodel 25 was een schitterend ontwerp, terwijl de Espace enorm vernieuwend bleek. Tegelijkertijd waren dit geen modellen van de echt grote verkoopaantallen, die topman Raymond Lévy destijds over de gehele linie zag dalen. De hoogste baas van de Régie Nationale des Usines Renault nam daarop een dapper besluit: hij haalde Patrick le Quément als nieuwe designchef naar zijn merk. Daarmee zou de tijd van de fletse modellen gauw voorbij zijn, zo was de verwachting. De eerste Renault die onder supervisie van Le Quément verscheen was inderdaad een knaller van jewelste: de eerste Twingo (in 1993). Een kleine auto met een leuk, eigenwijs design en daarmee de raszuivere Renault waarnaar smachtend was uitgekeken.
Na aaibare Twingo koos Le Quément voor streng en recht
Opvallend genoeg liet Le Quément de ronde, aaibare vormen van de Twingo verder voor wat ze waren. Hij richtte zich resoluut op een totaal andere designtaal, waarin strenge, rechte lijnen, brede horizontale vlakken en creatief gevormde raampartijen de overhand kregen. Op de Salon van Frankfurt van 1995 debuteerde deze nieuwe stijl in de vorm van de concept-car Initiale. De naam betekent ‘eerste’, wat een belofte van nog meer gelijksoortige modellen inhield. De Initiale was een revolutie. Zo spectaculair, dat hij de grootste Renault van dat moment, de Safrane, direct tot stoffige winkeldochter degradeerde. Een nadere beschouwing leerde echter dat Renault met de Initiale op een heel ander, veel duurder paard bleek te wedden: hij was even groot als een Mercedes-Benz 600 SE, en navenant gemotoriseerd bovendien. Het vermogen van de 3,5-liter V10, eventjes geleend van Renaults Formule 1 team, beliep maar liefst 392 pk (Mercedes: 6,0-liter V12 van 394 pk).
Gekkenwerk voor een Renault? Ach, de motor deed er verder niet zo veel toe. Het design wel, omdat het duidelijke hints gaf richting de fraaie middenklasser Laguna uit 2000, op dezelfde manier waarop de concept cars Vel Satis (1998) en Avantime (1999) richting gaven aan hun latere productieversies en natuurlijk de controversiële en gedurfde Mégane uit 2003. Mooi of lelijk deed niet terzake, vond Le Quément: zijn ontwerpen waren volgens hem eerst kunstwerk, daarna pas auto.
Bron: AutoWeek