Daarom lijken de Renault Scenic en Peugeot e-3008 zo op elkaar

Daarom lijken de Renault Scenic en Peugeot e-3008 zo op elkaar

Een half jaar geleden maakten we een dubbeltest van de Renault Scenic en de Peugeot e-3008. Die merken hebben de afgelopen decennia wel vaker tegenover elkaar gestaan, dus dat is op zichzelf geen nieuws. Maar de uiterlijke gelijkenissen tussen de twee waren frappant. Beide auto’s zijn dan ook ontworpen onder supervisie van dezelfde ontwerper: Gilles Vidal. De 3008 was bij Peugeot z’n laatste klusje, de Scenic bij Renault z’n eerste. Op de autobeurs van Parijs spreken we Vidal over dit op z’n minst opmerkelijke toeval, maar we gaan ook om tafel met met Laurens van den Acker, baas van al het design van de Renault Group. Hij zal immers toch ook een mening hebben over de gelijkenissen.
De twee auto’s lijken ontzettend veel op elkaar. Kunt u daarop reageren?
Van den Acker: “Ja, ik zie dat wel. Toen bestuursvoorzitter Luca de Meo aan boord kwam, heb ik hem gevraagd: wil je echt een nieuw hoofdstuk openen? De beste manier om dat te doen is een nieuwe designchef aannemen. Ik heb toen met hem afgesproken dat ikzelf een niveau hoger zou gaan en dat we voor elk merk van de Renault Group mensen zouden aanstellen. Daarmee laten we weer nieuw bloed binnen. Gilles Vidal komt van Peugeot en ik denk dat hij zijn instincten als ontwerper heeft meegenomen. Dit was een van de eerste auto’s waaraan hij heeft gewerkt en het beantwoordde aan wat we nodig hadden. Het is anders dan wat we tot nu toe hebben gedaan, en het is zijn smaak die er iets aparts aan geeft. Het is gewoon een eerste fase en ik denk dat je ook aan de Emblem ziet dat we nu een nieuwe richting inslaan. Die is veel meer onderscheidend.”

Vidal: “Eigenlijk denk ik dat de twee auto’s heel verschillend van karakter zijn. Dat komt door de dagrijverlichting. De Peugeot heeft die drie verticale lijnen, als de littekens van een krabbende leeuw. Terwijl de Scenic driehoeken op de hoeken van de bumper heeft. Dat zijn feitelijk halve losanges (het ruitvormige Renault-logo, red.). Daarnaast zoeken we naar een ‘gezicht’ voor elektrische auto’s, want een ouderwetse grille is overbodig. Ik zou zo drie auto’s kunnen noemen die net zo veel op elkaar lijken.”
Doe eens.
Vidal: “In ieder geval een Hyundai en een Kia, en okay, over die derde moet ik misschien even wat langer nadenken. Maar ik begrijp je punt.’
Hoe geef je een merk een eigen gezicht?
Van den Acker: “Je hebt concerns waar iedereen volledig geïsoleerd werkt of in competitie met elkaar. Ik geloof meer in samen alles delen. Daarom zitten alle merken ook in één studio, zodat we van elkaar kunnen zien wat we doen. De beste ideeën gebruiken we om elkaar te helpen. Dat noem je emulatie, en niet competitie. Mijn strategie is dat we elkaar stimuleren en inspireren, en tegelijk ook weten wat de ander doet, zodat je bewust iets anders doet. Als je een Dacia-, Alpine- of Mobilize-ontwerp naast de Scenic zet, zie je vier volledig verschillende werelden. Dat is mijn eerste verantwoordelijkheid.”
En wat is binnen het Renault-design ‘typisch Gilles’?
Vidal: “Ik probeer de balans te vinden tussen scherpe lijnen en hightech details. Je ziet de evolutie in de Emblème-concept-car. Die heeft zachte, eenvoudige algemene lijnen, met daarbinnen toch een boel spanning. En mooi uitgewerkte technische details zoals de verlichting voor en achter. Die details zijn de sieraden van het model. Een auto kan niet alleen maar zwaar en lomp zijn; hij heeft ook scherpe kanten nodig. Een EV-platform is fijn om mee te werken omdat de verhoudingen zo goed zijn: lange wielbasis, korte overhang. Wij kunnen dus met simpele vormen werken. En voor het interieur heb je heel veel ruimte om te spelen.”

De Emblème is geen SUV. Betekent dit dat u dat de hoogtijdagen van de SUV zijn gepasseerd?
Vidal: “Je kunt de Emblème niet in een hokje plaatsen. Wat je ziet is de uitkomst van een denkproces dat heeft geleid tot een efficiënte auto, die bovendien een ultralage CO2-uitstoot heeft, bekeken over de hele levensloop. Van wieg tot graf, zogezegd. We wilden er een familieauto van maken, geen supercar. Dus hij heeft een riante bagageruimte en moest laag en aerodynamisch zijn. Het is dus geen SUV, maar het is ook geen sedan. Hij zit dichter tegen een shooting brake aan, maar dan met vloeiende lijnen. En hij valt tussen het C- en D-segment in. Niet echt in een hokje te plaatsen, dus. Het is echt iets nieuws.”
Van den Acker: “De Emblème is weer wat sensueler. Dat was ook mijn filosofie destijds, de Emblème borduurt daarop voort. En het ontwerp is schaalbaar, het werkt ook in een grotere of kleinere auto. Hij geeft dus een indicatie van wat er op dit moment in de keuken speelt. Het cradle-to-grave-principe is nieuw voor ons ontwerpers. We moeten ons ook realiseren dat een in China geproduceerde EV die daarna de halve wereld over is gevaren, al zoveel CO2 heeft uitgespuugd dat hij misschien wel vervuilender is dan een Clio diesel die hier om de hoek is geproduceerd.”

Maakt deze vorm van CO2-reductie het werk voor u en het team moeilijker?
Van den Acker: “Er is bij CO2-reductie veel dat we niet in de hand hebben. Weet ik waar de batterijen vandaan komen? Het antwoord heeft geen enkele invloed op hoe ik de auto ontwerp, maar belangrijk is het wel. Dat geeft aan wat onze waarden zijn als bedrijf. Zo trekken we ook weer designers aan die alleen hier willen werken en niet ergens anders. Die geloven ook in de waarden waar we voor staan.”
Tot slot een ander onderwerp. Op dit moment staan vooral de retromodellen in de spotlights, de R4, de R5 en de Twingo. Hoe moeilijk is het om een auto te ontwerpen die niet alleen de oudere generatie aanspreekt – die de originelen kent – maar ook het jongere publiek?
Vidal: “Ja, dat is wel tricky. Je begint niet met een blanco vel papier; je moet de voorganger op een bepaalde manier respecteren. Eerst moet je dus de algemene vorm zien te vangen. Dan ga je op zoek naar de kleine elementen die het model definiëren. Voor de 4 is dat bijvoorbeeld de lijn van de achterste zijruiten die andersom loopt. Zo moet er vanuit elke hoek iets zijn dat verbinding heeft met het origineel. Dat combineer je met het scherpste moderne design dat je kunt bedenken. Denk aan koffiemachines of iPhones, of ander product design dat je in magazines ziet. Zo maak je de connectie met de jonge generatie. De Twingo is bijvoorbeeld van een driedeurs auto een vijfdeurs geworden. Dit nieuwe model zal worden gekocht door jonge gezinnen die in de stad wonen en altijd allerlei spullen met zich meeslepen, waaronder een kinderstoel.”



Bron: AutoWeek